ZAC Hasselt
Wedstrijdverslag: Omloop van Hasselt
Op een avond die zo nat was dat zelfs de vissen liever binnen bleven, stonden de dappere ridders van de Omloop van Hasselt klaar voor hun strijd.
Twee pelotons zouden de modder trotseren: de A’s, met Niek Dam, Osco Nijkamp en Tim Nederlof, en de B’s, met Bert Lip, Tom Schottert, Maurice Santman, Lars Maathuis en Ruben Mensink. Gewapend zonder regenjack en een flinke dosis doorzettingsvermogen, begonnen ze aan hun avontuur.
De A’s: Van superbenen tot lekke banden
Bij de A’s begon de pech al vroeg. Niek, bekend om zijn superbenen waarmee hij normaal gesproken een wedstrijd met één been en een biertje in zijn hand kan winnen, reed al in de eerste ronde lek. Terwijl hij aan de kant stond met zijn fiets ondersteboven en zijn handen in de lucht, vroegen de anderen zich af of dit de manier was waarop hij zijn spierballen wilde showen.
Het antwoord bleef uit, maar zijn race eindigde daar.
Osco daarentegen hield het droog, nou ja, niet letterlijk natuurlijk. Met zijn 7e plek bewees hij dat doorzettingsvermogen en een beetje regenwater hem niet klein krijgen. Tim, die wellicht wat te veel van het landschap had genoten, kwam als 18e binnen, maar wie maalt erom als je toch al drijfnat bent?
De B’s: Kater uitzweten en Ruben de Redding
In het B-peloton ging het er niet minder avontuurlijk aan toe. Bert had het weekend ervoor doorgebracht in Gent, waar hij zijn eigen versie van een "trainingskamp" had gehouden: eentje met meer pinten dan kilometers.
De Omloop van Hasselt werd voor hem dan ook een soort detoxrit. Met elke pedaalslag leek er meer bier uit zijn poriën te sijpelen.
Lars, die zijn debuut maakte in een regenkoers, kreeg een gratis douchebeurt van moeder natuur, en Tom was bezig zijn benen te testen alsof hij in een wetenschappelijk experiment zat. Maurice, de onzichtbare man, sloop ondertussen door het peloton zonder een spatje op te vangen. Sommigen zeggen dat hij de hele rit met een regenjas over zijn hoofd reed, maar niemand kan dat bevestigen.
Met nog twee ronden te gaan, besloten de B’s hun eigen versie van een Formule 1-treintje te maken. Tom en Bert sleurden Ruben mee, vastbesloten om hem in pole position te zetten voor de eindsprint. Alles leek volgens plan te verlopen, tot Ruben plotseling uit het treintje werd geduwd. Was het sabotage? Een fout in het script? Of gewoon onkunde? Niemand die het weet, maar Ruben belandde achteraan.
Maar ons lichtgewicht liet zich niet zomaar uit het veld slaan. In een poging die we alleen maar kunnen beschrijven als een “podium of jodium” actie, zette Ruben een epische spurt in. Hij knalde langs het peloton alsof hij net een raketmotor had aangezet, dook de laatste bocht in en racete richting de finish. Bert, die als derde uit de bocht kwam, besloot dat het een goed moment was om even van het uitzicht te genieten en hield de benen stil.
Ruben, ondertussen op topsnelheid, wist in een spurt de laatste man met een fietslengte te kloppen en stak zijn vuist triomfantelijk in de lucht. Het publiek (lees: die ene verdwaalde toeschouwer onder de paraplu en een trillende Niek) gingen uit hun dak.
En zo eindigde de Omloop van Hasselt: een race vol regen en modder. Ruben was de gelukkige, Bert had zijn Gentse kater eruit gezweet, en de rest? Die gingen snel naar huis, op zoek naar een handdoek en een warm bad. Het enige wat nog natter was dan de weg, waren de sokken van de deelnemers.
Op een avond die zo nat was dat zelfs de vissen liever binnen bleven, stonden de dappere ridders van de Omloop van Hasselt klaar voor hun strijd.
Twee pelotons zouden de modder trotseren: de A’s, met Niek Dam, Osco Nijkamp en Tim Nederlof, en de B’s, met Bert Lip, Tom Schottert, Maurice Santman, Lars Maathuis en Ruben Mensink. Gewapend zonder regenjack en een flinke dosis doorzettingsvermogen, begonnen ze aan hun avontuur.
De A’s: Van superbenen tot lekke banden
Bij de A’s begon de pech al vroeg. Niek, bekend om zijn superbenen waarmee hij normaal gesproken een wedstrijd met één been en een biertje in zijn hand kan winnen, reed al in de eerste ronde lek. Terwijl hij aan de kant stond met zijn fiets ondersteboven en zijn handen in de lucht, vroegen de anderen zich af of dit de manier was waarop hij zijn spierballen wilde showen.
Het antwoord bleef uit, maar zijn race eindigde daar.
Osco daarentegen hield het droog, nou ja, niet letterlijk natuurlijk. Met zijn 7e plek bewees hij dat doorzettingsvermogen en een beetje regenwater hem niet klein krijgen. Tim, die wellicht wat te veel van het landschap had genoten, kwam als 18e binnen, maar wie maalt erom als je toch al drijfnat bent?
De B’s: Kater uitzweten en Ruben de Redding
In het B-peloton ging het er niet minder avontuurlijk aan toe. Bert had het weekend ervoor doorgebracht in Gent, waar hij zijn eigen versie van een "trainingskamp" had gehouden: eentje met meer pinten dan kilometers.
De Omloop van Hasselt werd voor hem dan ook een soort detoxrit. Met elke pedaalslag leek er meer bier uit zijn poriën te sijpelen.
Lars, die zijn debuut maakte in een regenkoers, kreeg een gratis douchebeurt van moeder natuur, en Tom was bezig zijn benen te testen alsof hij in een wetenschappelijk experiment zat. Maurice, de onzichtbare man, sloop ondertussen door het peloton zonder een spatje op te vangen. Sommigen zeggen dat hij de hele rit met een regenjas over zijn hoofd reed, maar niemand kan dat bevestigen.
Met nog twee ronden te gaan, besloten de B’s hun eigen versie van een Formule 1-treintje te maken. Tom en Bert sleurden Ruben mee, vastbesloten om hem in pole position te zetten voor de eindsprint. Alles leek volgens plan te verlopen, tot Ruben plotseling uit het treintje werd geduwd. Was het sabotage? Een fout in het script? Of gewoon onkunde? Niemand die het weet, maar Ruben belandde achteraan.
Maar ons lichtgewicht liet zich niet zomaar uit het veld slaan. In een poging die we alleen maar kunnen beschrijven als een “podium of jodium” actie, zette Ruben een epische spurt in. Hij knalde langs het peloton alsof hij net een raketmotor had aangezet, dook de laatste bocht in en racete richting de finish. Bert, die als derde uit de bocht kwam, besloot dat het een goed moment was om even van het uitzicht te genieten en hield de benen stil.
Ruben, ondertussen op topsnelheid, wist in een spurt de laatste man met een fietslengte te kloppen en stak zijn vuist triomfantelijk in de lucht. Het publiek (lees: die ene verdwaalde toeschouwer onder de paraplu en een trillende Niek) gingen uit hun dak.
En zo eindigde de Omloop van Hasselt: een race vol regen en modder. Ruben was de gelukkige, Bert had zijn Gentse kater eruit gezweet, en de rest? Die gingen snel naar huis, op zoek naar een handdoek en een warm bad. Het enige wat nog natter was dan de weg, waren de sokken van de deelnemers.